De Vuurberg
Home Milieu & Energie Gezondheid & Wetenschap Duurzaam Bouwen Photo Gallery
Geologie & Reizen Landbouw & Voeding Natuurbescherming Eilanden Geo-educatie
  Zon & Wind Bouwen op Water Architectuur  


'Écht wonen doe je in een woonboot'
In: Ecoblad, december 2000

Volgens Vincent van Loon, eigenaar van het Woonbootmuseum aan de Prinsengracht in Amsterdam, ervaar je in een woonboot pas écht wat wonen is. "Je realiseert je meer dan een gemiddelde huizenbewoner dat het ding waarin je woont in orde moet zijn. Ligt de boot goed aangemeerd, is hij goed onderhouden en zijn de maatregelen getroffen voor het geval het gaat vriezen." Van Loon laat toeristen in Amsterdam kennis maken met het 'ultieme woongevoel'.

Annemieke van Roekel

Ondanks de toenemende drukte in de Amsterdamse grachten, is het positieve gevoel over wonen op het water allesoverheersend bij Vincent van Loon. Zelf woont hij al tien jaar op een woonark tegenover het museum.
Het Woonbootmuseum, een oud vrachtschip uit 1914 van het type Hagenaar, de Hendrika Maria, ligt aan de andere zijde van de Prinsengracht. Het museum ging in 1997 van start. Toeristen en andere belangstellenden kunnen er kennis maken met wonen op het water. Van Loon: "Wij merkten dat toeristen ontzettend nieuwsgierig waren naar hoe zo'n woonboot er van binnen uitziet. Toeristen op waterfietsen keken bij ons naar binnen en voorbijgangers klopten aan om te vragen of ze even een kijkje mochten nemen". Het was de reden dat hij een museum startte over het wonen in een boot.

Volgens Van Loon zijn er nog heel wat vooroordelen weg te nemen over wonen op het water. Het Woonbootmuseum wil hij daar een bijdrage aan leveren. "Mensen denken dat het koud en donker is op zo'n oud vrachtschip en dat je op een emmer moet poepen. Ze verwachten niet dat je er rechtop kan staan en er kunt douchen. De meeste bezoekers vinden de ruimte in het schip enorm meevallen." De museumboot is 23 meter lang en 4,5 meter breed. Het ruim is ingedeeld in een entree met keuken, een middengedeelte dat vanwege meubilair, televisie, boekenkast en kachel oogt als een huiskamer en in het voorste deel van het schip is een kinderspeelruimte ingericht, een zitje met een permanente diavoorstelling over wonen op het water en een doorkijk naar de binnenwand van het schip. Zo is goed te zien hoe de ijzeren platen met klinknagels aan elkaar zijn vastgezet. Want de Hendrika Maria dateert uit een tijd dat de schepen nog niet gelast werden.

Fotomateriaal aan de wanden, scheepsmodellen, maar toch vooral het schip zelf laten de bezoeker de sfeer proeven van wonen in een oud vrachtschip. Het roefje waar de schippersfamilie vroeger woonde is nog intact. Het schip heeft in het begin nooit een motor gehad. Het was oorspronkelijk een zeilschip dat langs kanalen, waar niet gezeild kon worden, 'gejaagd' werd met een paard. Pas in de dertiger jaren werden binnenvaartschepen uitgerust met een dieselmotor. In de jaren vijftig werd de Hendrika Maria aan één zijde uitgerust met een zijschroefinstallatie, een soort propeller, waarmee het schip voor kleine afstanden langzaam vooruit bewogen kon worden. De schippersfamilie woonde toen al aan de wal. De Hendrika Maria heeft in haar werkend leven bagger, kolen, zand en steen vervoerd.

Van Loon romantiseert de tijd absoluut niet toen hele schippersfamilies op dergelijke vrachtschepen moesten wonen. In de oude huiskamer van de museumboot draait een video over de oude binnenvaart en het leven van schipperskinderen in die tijd. Maar om in deze tijd op een binnenvaartschip te wonen lijkt hem ook geen pretje. "De woningen die op duwbakken zijn gebouwd zijn weliswaar groot, maar om het bedrijf rendabel te houden moet er vaak 24 uur per dag gevaren worden. Hele families varen in wisseldiensten op die schepen", vertelt Van Loon.

"Tegenwoordig trekt transport over water wel weer aan." Voor Van Loon is zijn Woonbootmuseum nu nog half werk, half hobby, maar met ingang van volgend jaar, als de entreeprijzen worden verhoogd, moet dat veranderen. Tachtig procent van de bezoekers zijn buitenlandse toeristen van over de hele wereld, twintig procent is Nederlands. Jaarlijks bezoeken circa 15.000 toeristen het Woonbootmuseum.

Volgens Van Loon veryupt het water in Amsterdam. De afgelopen tien jaar zijn de prijzen van woonschepen en -arken verviervoudigd. Dat komt niet alleen door de overspannen woningmarkt, maar ook doordat de banken tegenwoordig de koop van een woonboot deels financieren. Wonen op schepen werd vooral in de jaren zestig populair, toen honderden binnenvaartschepen uit de vaart werden genomen omdat ze niet rendabel meer waren. Vanwege een combinatie van hoge woningnood, sloopprijzen van de schepen en een 'alternatieve' woonsfeer kozen veel mensen ervoor op een schip te gaan wonen. In Amsterdam wonen inmiddels 2500 huishoudens op een woonboot, die in drie categorieën zijn onder te verdelen: woonschepen (oude binnenvaartschepen); woonvaartuigen (een binnenvaartschip waarvan de oude opbouw volledig is vervangen door een nieuwe, rechte opbouw) en woonarken (een drijvende, onderhoudsvrije, betonnen bak met een meestal rechte opbouw).

In Nederland is wonen op het water een volwaardige woonvorm, aldus Van Loon. Wonen onder de waterspiegel vindt hij ook goed bij Nederland passen. Onlangs gaf hij een lezing voor Deense architecten over woonvormen op het water. "In de haven van Kopenhagen is men hier momenteel mee bezig. Het gaat dan om moderne woningen op het water. In de Verenigde Staten zie je ook gebieden waar op het water wordt gewoond. Oude Nederlandse schepen zie je ook wel in het buitenland, zoals in Londen en Parijs. Er worden aardig wat oude Nederlandse binnenvaartschepen geëxporteerd."

De gemeente Amsterdam vindt het een goed idee als oude Nederlandse schepen voor Nederland bewaard zouden blijven door de functie van de grachten in ere te herstellen. Bijvoorbeeld door meer transport van goederen over het water te laten plaatsvinden. Het zou de verkeersdruk op de grachten kunnen ontlasten. Van Loon vindt dit een slecht plan. "Een koeriersbedrijf vervoert in Amsterdam post met een oude rondvaartboot. De koeriers gaan aan de wal met een fiets verder. Het klinkt allemaal hartstikke leuk dat de gemeente het goederentransport over het water wil bevorderen, maar milieutechnisch is het alleen interessant voor grote volumes. Een brief met een oude rondvaartboot boot vervoeren is echt nonsens. Met een elektrisch bootje zou het misschien nog te accepteren zijn."

Van Loon: "De gemeente Amsterdam wijzigt het beleid aangaande de woonboten voortdurend en dat is lastig voor ons. Momenteel ziet de gemeente bijvoorbeeld de woonark liever uit de stad verdwijnen. De gemeente beseft te weinig dat ook woonbootbewoners met de koop van een schip een locatie kiezen en bijvoorbeeld gebonden raken aan die plek door hun sociale omgeving en de kinderen die er in de buurt naar school gaan. Het plan is nu om ligplaatsen te creëren op afgelegen industrieterreinen. Ik vind dat een oneerbaar voorstel". Anderzijds constateert Van Loon dat de gemeente Amsterdam ook echt iets met woonboten wil. Als voorbeeld noemt hij IJburg en het KNSM-eiland. Dit laatste project is het het voormalig terrein van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij, een schiereiland in het IJ waar halverwege deze eeuw schepen met grote diepgang konden aanmeren. Sinds begin jaren negentig zijn hier honderden woningen gebouwd en zijn de oude havenkantoren grotendeels afgebroken en deels verbouwd tot woningen, ateliers en winkelruimte. Van Loon: "Oude schepen brengen sfeer, dat beseft ook de gemeente. Woonboten maken de oude functies van een gebied weer zichtbaar."
www.houseboatmuseum.nl

Annemieke VAN ROEKEL is freelance journalist
E-mail: avroekel@xs4all.nl
Website: www.vuurberg.nl


© Annemieke van Roekel, 2005. Niets van deze website mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie, plaatsing van teksten en/of afbeeldingen op andere websites of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en de betreffende tijdschriftredacties.
Laatste wijziging: 14 maart 2006

[home] [top] [contact] [disclaimer]