stad © A. van Roekel


[home]
Oud appelras op de voormalige Oerakker
 © Annemieke van Roekel
Stadse bewoners in verwarring over voedsel

© Annemieke van Roekel

21 september 2010 - Hoewel er boeren in de zaal zaten, had de aftrap van de debatreeks ‘De prijs van ons voedsel’ op 20 september in de Rode Hoed een hoog ‘grachtengordelgehalte’. Volgens debatleider Felix Rottenberg is dat een scheldwoord, maar het geeft gewoon aan dat er vrijblijvend en vanuit een elitair perspectief wordt gekeuveld met een hoog wij-zij gehalte (wij weten het beter en zij moeten het doen maar weten niet beter).

Veel informatiever en realistischer dan deze avond was de uitzending van Rondom Tien van een paar dagen terug, waar boeren (van veehouder/kaasmaker tot mega-varkensboer) waren aangeschoven om uit eigen, vaak bittere, ervaring te spreken. Het voedingsdebat in de Rode Hoed was een stuk theoretischer, gezien vanuit het perspectief van de (politieke, culturele en cabareteske) buitenstaander én consument.

Eerst de politieke invalshoek. Maarten van Poelgeest (Groenlinkser en wethouder in de hoofdstad) bracht een in algemene termen kritisch verhaal over de landbouw, met bekende ingrediënten als de veel geciteerde milieucatastrofes die verbonden zijn aan onze onverantwoord grote ecologische footprint. De wethouder zou graag zien dan we sla gaan kweken op onze balkonnetjes, zodat de groene ruimte om Amsterdam gespaard kan blijven.

Maar zelfvoorzienende stadslandbouw heeft zijn beperkingen en is een utopisch gedachtegoed, zo bleek toen een snelle rekenaar uit de zaal de collega van de wethouder (die al snel naar een volgende afspraak was gefietst) confronteerde met de berekening dat om de 750.000 hongerige Amsterdammers te voeden maar liefst meer dan 100.000 varkens gehuisvest dienen te worden. Waar moet je die in ’s hemelsnaam laten bij een zelfvoorzienende, compacte stad die het buitengebied ongemoeid wil laten? Want dat is het ideaalbeeld van GroenLinks. Bij nader inzien toch wel handig dat de biggetjes onzichtbaar hun korte leven slijten in achter maïshagen weggewerkte Brabantse varkensstallen.

Dan de culturele kant van het verhaal. Die was van franje voorzien door 'culinair antropologe' Linda Roodenburg, die een fotoboek onder de aandacht kwam brengen over allochtone families die de hoge kosten van het levensonderhoud in Nederland proberen te drukken met het telen van al hun groenten in hun volkstuintje. Dagelijks zijn ze er te vinden en iedereen mag aanschuiven.

Volgens de ex-neerlandica kan de broodnodige integratie via de culinaire kant van het leven plaatsvinden. Zij heeft een punt! Te gek voor woorden natuurlijk dat Knorr de wereldkeuken probeert te monopoliseren met kunstmatige exotische sausjes die over de couscous worden uitgegoten. Nee, ik kocht 25 jaar geleden al muntthee en lamskoteletten bij de Islamitische slager. Veel verser en de helft zo goedkoop. Waarom gooit Knorr nou weer roet in het eten? Tegelijkertijd uit Roodenburg de weinig geruststellende gedachte dat "streetfood alle Nederlanders zal verbinden".

De cabareteske uitsmijter kwam van Midas Dekkers. We zaten de avond speciaal voor zijn optreden uit. Die vindt dat we met z’n allen aan de Quorn moeten, en meer van dat soort door schimmels en bacteriën geproduceerde eiwitten. De weilanden kunnen dan weer teruggegeven aan de natuur, de ‘veréénpotnatting’ die biodiversiteit heet kan stoppen, de boeren hoeven niet meer met hun strontlaarzen rond te struinen, het dierenleed kan de wereld uit en het bijenvolk kan weer op krachten komen. “Alles wat de mens aanraakt verkruimelt,” constateert Dekkers sip. "Het kan zo niet langer doorgaan."

Maar Dekkers’ lezing klopt niet met die van Van Poelgeest, die vervreemding ziet aan de basis van onze manier van omgaan met eten. Die vervreemding, rechtevenredig met de fysieke afstand tot ons voedsel, is toch vooral aan de orde als we met z'n allen aan de novel protein foods gaan, die afkomstig zijn uit metalen, gesteriliseerde megatanks, zou je denken. Raken we de verbinding met het platteland dan niet voorgoed kwijt?

Modern eten is “een drol met een strik erom”, zo verwoordde Van Poelgeest onze dagelijkse kost, waarbij status - vanuit sociologisch perspectief althans - voorop staat. Ik neem aan dat hij doelde op de minihapjes in luxe plastic verpakking, zoals geschilde fruitstukjes en kant-en-klaarmaaltijden die je moet stomen (ik vraag me altijd af of de weekmakers uit het plastic in de zalmsaus terecht komen als alles zo lekker in de magnetron staat te pruttelen).

Na deze in de woorden van Rottenberg “amuse”, hoop ik voor de volgende keer op een minder dromerig debat, met meer content en harde realiteit. Ook het Centrum voor Landbouw & Milieu is bij de organisatie betrokken. Die bracht een jaar of tien geleden nog concrete rapporten met lekkere cijfers, over pesticiden en kunstmest enzo. Want daar gaat het toch uiteindelijk om. Pure no-nonsens producten waarbij puur niet is verschraald tot marketingjargon.

Nu heeft de groeiende omzet van de biosector vooral te maken met een schuivend assortiment in de richting van decadent voer zoals zeewierrolletjes en duindoornbavarois. Of zit ik ernaast? Wel goed voor de lokale economie natuurlijk, die boerenmarkten, waar "idiote stadsbewoners", in Midas-termen, "met veel te dure EKO-geitenkaasjes worden getild door boerin Trientrien met een boerenzakdoek om haar nek, terwijl die zakdoek er toch gewoon voor is om je neus in te snuiten". Het tweede debat is op 5 oktober, om klokslag 19.30 in de Rode Hoed.

Tekst en fotografie: Annemieke van Roekel


Meer artikelen over landbouw op www.vuurberg.nl >>


© Annemieke van Roekel. Niets van deze website mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie, plaatsing van teksten en/of afbeeldingen op andere websites of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en de betreffende tijdschriftredacties.
Laatste wijziging: 15 oktober 2010

[home] [top] [contact] [disclaimer]