Primatenpsychologie
In: Wildlife Magazine, maart-april 2006
31 januari 2006
© De Vuurberg / A. van Roekel
Download dit artikel als pdf >> 85 kb
Met zijn laatste boek 'De aap in ons' laat primatoloog Frans de Waal ons 264 pagina's lang spiegelen aan de twee mensapensoorten die genetisch het dichtst bij ons staan: de bonobo en de chimpansee. Onze gemeenschappelijke stamboom gaat 5,5 miljoen jaar terug. Al veel eerder splitsten de gorilla (7,5 miljoen jaar) en de orang-oetan (14 miljoen jaar) zich af.
'We zijn gezegend met twee naaste verwanten onder de primaten die we kunnen bestuderen en die als dag en nacht van elkaar verschillen,' schrijft De Waal. De mens combineert de twee uiteenlopende karakters van de norse, ambitieuze chimpansee (Pan troglodytes) en de vrijmoedige, zorgeloze bonobo (Pan paniscus). De tegenstelling is ietwat gechargeerd. De chimp staat voor de agressieveling, de bonobo voor de liefdevolle, op erotiek gerichte tegenpool.
De Waal lijkt een duidelijke voorkeur voor de bonobo te hebben omdat deze mensaap conflicten niet met agressie tegemoet treedt. Erotiek is voor de bonobo het middel om oplopende spanningen en ruzies op te lossen. Persoonlijk moet ik er niet aan denken de hele dag de lichaamsdelen van clangenoten te moeten betasten om ze te vriend te houden, zoals het gebruik is in bonobogroepen. De bonobo verschilt dus nogal van de chimp die, voor wie dat nog niet wist, bij tijd en wijle zeer moorddadig is en geobsedeerd is door politieke spelletjes. Ook Jane Goodall kon aanvankelijk nauwelijks geloven dat 'haar' chimps in Gombe National Park in Tanzania tot systematisch uitmoorden van naburige groepen in staat waren. Ze observeerde dit gedrag echter pas na jaren onder de chimpansees te hebben doorgebracht.
XENOFOOB
Wat De Waal ons met dit boek vooral voorhoudt is dat wij de meest 'bipolaire aap' zijn: wreder dan de chimpansee, empathischer dan de bonobo. Net als chimps zijn ook mensen xenofoob, schrijft De Waal. Chimpansees staan vijandig tegenover vreemdelingen. Dit gedrag stelt dierentuinen voor problemen want het bemoeilijkt de introductie van nieuwe mannetjes (en vaak ook vrouwtjes) in bestaande groepen. Ook pogingen om chimpansees weer los te laten in het wild is problematisch door de vijandige reacties van de chimps ter plekke. Tegelijkertijd stelt De Waal dat het bij moord en oorlogsvoering door bendes van chimps en mensen om een onderdrukbare neiging gaat. Er zijn grote verschillen in de mate waarin volkeren oorlogszuchtig dan wel vredelievend zijn. Die culturele verschillen ziet De Waal ook binnen én tussen primatensoorten. Een zelfbedacht experiment waarin resusapen, van huis uit slechte verzoeners, werden samenbracht met de zachtaardige beermakaken wees uit dat de resusapen verzoening leerden van de beermakaken! Ze hielden dit gedrag ook vol nadat ze weer van elkaar gescheiden waren.
Verzoening is geen typische primateneigenschap. Ook dolfijnen en hyena's zijn er goed in. Het moet in de loop van de evolutie ontwikkeld zijn bij diersoorten die sterk onderling van elkaar afhankelijk waren. Heel opmerkelijk bij de mens (!) zijn de geslachtsverschillen als het om verzoening gaat. Meisjes en vrouwen munten uit in conflictmijdend gedrag, maar áls er conflicten zijn, blijken zij slecht in het bijleggen van de kwestie. Terwijl jongens en mannen conflicten veel vaker aangaan, maar ook sneller weer tot verzoening overgaan. De Waal bekritiseert de psychologie die zich vooral op abnormaal gedrag zou focussen, zodat er inmiddels meer bekend is over verzoening bij apen dan bij onze eigen soort.
BAZIGE MOEDERS
Door de grote verschillen in karakter en groepsgedrag tussen bobono's en chimps (in bonobogroepen zijn vrouwtjes de baas en mannetjes zijn er voor hun status afhankelijk van ma) vraagt De Waal zich af of het wel terecht is dat de chimpansee een voor wetenschappers populair 'vooroudermodel' is. Zo kennen chimps geen vriendschappelijke banden tussen groepen, terwijl de bonobo en de mens die wel hebben en zijn sex en voortplanting bij zowel mens als bonobo niet aan elkaar gekoppeld. De bonobo en chimp splitsten zich 2,5 miljoen jaar geleden van elkaar af. Gezien de lange periode van evolutie, kun je je zelfs afvragen in hoeverre de moderne mens en de mensapen op hun gemeenschappelijke voorouder lijken.
Mogelijk heeft de mens zijn biologisch hoogtepunt bereikt, filosofeert De Waal. Alleen ons afweersysteem evolueert nog (denk aan immuniteit voor het HIV-virus). De mens zet zijn omgeving naar zijn hand en niet andersom. Door de enorme overwinning op infectieziekten is vrijwel iedereen wel in staat om zich voort te planten. 'Differentiële reproductie' gaat voor de mens nauwelijks nog op.
Voor de mensapen ligt dat anders, constateert De Waal. Die hebben nauwelijks nog kans te evolueren. Door de handel in bushmeat en inkrimping van de leefomgeving ligt het aantal chimpansees nu rond de 200.000 en leven er nog enkele tienduizenden bonobo's (!). Een ongelijke strijd, aldus een sombere De Waal. De eenentwintigste eeuw zou de genadeslag voor de mensapen kunnen betekenen. De rol van mensapen in de natuur is onvervangbaar, schrijft De Waal. Wat zijn wij nog waard als wij niet eens in staat zijn dieren die zo sterk aan ons verwant zijn te beschermen, vraagt hij zich af.
Jammer dat het regelmatig onduidelijk is of De Waal zich in zijn boek baseert op (eigen) onderzoek en waarnemingen, of dat hij zijn eigen gedachtegang en speculaties volgt. Niettemin levert 'De aap in ons' een inzichtelijk staaltje (primaten-)psychologie voor iedereen die maar geen genoeg kan krijgen van mensapen en zijn eigen soortgenoten.
De aap in ons. Waarom we zijn wie we zijn.
Met uitgebreide bibliografie en register.
Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2005.
264 pagina's. ISBN 90 254 2345 0. Prijs: 24,90 euro.
Oorspronkelijke titel: Our Inner Ape. A Leading Primatologist Explains.
Nederlandse vertaling: Robert Vernooij.
Meer over mensapen
|