Zeebeesten
onder je voeten
In: Wildlife Magazine,
september-oktober 2006
17 juli 2006
© De Vuurberg / A. van Roekel
Stadsmensen zijn tegenwoordig niet slecht bedeeld.
Behalve een groot cultureel aanbod tiert de natuur welig in de grote stad.
Niet alleen in Artis of Blijdorp. Ook in het wild. Er zijn reigers,
futen, bijzondere varentjes langs kademuren en ga zo maar door.
Meerkoeten maken hun nest op een armlengte afstand en vleermuizen scheren
over je hoofd bij zonsondergang. In Amsterdam groeien en bloeien honderden
verschillende soorten wilde planten.
En daar blijft het niet bij. Ammonieten en andere uitgestorven inktvissen,
koraalkolonies, reuzen-zeelelies, je kunt het zo gek niet bedenken of goed
geconserveerde restanten van allerlei prehistorische zeebeesten zijn te
bewonderen in natuursteen in de Nederlandse steden. Je ziet ze vooral in monumenten,
rijkeluiswoningen en in bestrating. Nog steeds is natuursteen populair, zoals
glimmend graniet als bekleding van bankgebouwen. Bij recente renovaties van de
Amsterdamse binnenstad zijn stoepbanden van kalksteen gebruikt met veel
grote schelpen en koralen die honderden miljoenen jaar oud zijn. De fossielen
liggen als het ware voor het oprapen. Je moet het wel even wéten. Dan kun je
er niet meer om heen.
De recent uitgekomen gids 'De geologische stad - steeds
natuursteen' helpt ons een handje bij het herkennen
van fossielen in gebouwen en
bestrating. Woon je in Rotterdam, Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Groningen,
Leeuwarden, Deventer, Arnhem, Nijmegen, Den Bosch, Maastricht of Hoorn, dan
heb je helemaal mazzel. Van deze steden zijn plattegronden opgenomen waarop
locaties met bijzondere stenen zijn aangegeven, zonder dat een vaste route gevolgd
hoeft te worden. De gids - in handig pocketformaat - is geïllustreerd met mooie
kleurenfoto's. Behalve over fossielrijk kalksteen geven de auteurs uitleg over
andere soorten natuursteen, zoals vulkanisch en metamorf gesteente, dat ooit heeft
blootgestaan aan hoge druk en/of temperatuur.
Verreweg het rijkst aan fossielen is het Belgische en Ierse hardsteen.
Deze grijze kalksteen is ontstaan tijdens het Carboon - de geologische periode
tussen 350 en 290 miljoen jaar geleden - toen kalkdiertjes, kalkwiertjes en skeletjes
na afsterven naar de bodem van een ondiepe zee zonken die destijds West-Europa bedekte.
Op de zeebodem leefden allerlei beesten zoals zeelelies, koralen, slakken en schelpdieren
(brachiopoden), die zich met hun arm aan het rif vasthechtten. Duizenden jaren duurde het
voordat de kalklagen zo dik en compact waren dat je over steen kunt spreken. De skeletjes
van prehistorische zeedieren zijn erg goed zichtbaar in het hardsteen dat nu in onze steden
weer en wind trotseert. Vooral als het regent zijn de witte fossielen
beter zichtbaar tegen de achtergrond van donkergrijze kalkmodder.
Pas veel later in de geologische geschiedenis floreren de ammonieten,
een soort inktvissen met spiraalvormige schelp, om samen met de dino's de Aarde
weer te verlaten. Ze leefden in de open oceaan en zijn een belangrijk hulpmiddel
voor geologen om sedimenten te dateren. Hun vijanden waren grote zwemmende reptielen.
Inktvissen zijn er in allerlei soorten en maten geweest, met uiteenlopende vormen van
schelpen. Belemnieten zijn het inwendige skelet van weer een andere soort
uitgestorven inktvissen. Ze hebben, net als de moderne octopus, pijlinktvis
en zeekat, geen uitwendige schelp meer, om zo sneller te kunnen zwemmen en
manoeuvreren om zo hun vijanden te slim af te zijn.
Populariseren van geologische onderwerpen is niet gemakkelijk,
dat blijkt ook uit deze uitgave. Auteurs, meestal geologische vakmensen,
zien zich gedwongen in een soort spagaathouding tussen complexiteit en simplificatie,
die de wetenschappelijke werkelijkheid geweld kan aandoen. Populaire geologie kan
deskundigen irriteren, terwijl het tegelijkertijd abracadabra blijft voor een
niet-geschoolde lezer. Neem de geologische tijdschaal, die met miljoenen jaren rekent.
Dat is voor een leek al nauwelijks te bevatten. In 'De geologische stad' hebben de auteurs
(een geoloog en een natuurkundeleraar) gekozen voor een pittig niveau in de hoofdstukken
over petrologie (de kennis van gesteenten) en natuursteen als bouwmateriaal,
maar de beschrijving van de stadswandelingen, in ruim honderd pagina's, is goed te
behappen. Zo zijn de auteurs er toch in geslaagd de verwondering over de versteende natuur
bij een brede groep op te wekken of te verdiepen.
'De geologische stad' maakt ons wegwijs in het Hollandse 'openluchtmuseum'
en opent een nieuwe wereld buiten de muffige museumdeuren. Kolonies van buisjeskoraal
op de stoep van een hoofdstedelijke boekwinkel, fossiele inktvissen in een
Arnhemse winkelstraat, solitair levend koraal in buitentrappen,
honingraatkoraal in stoepranden en eindeloos veel schelpenlagen
in het centrum van Utrecht. Een loepje is niet nodig, maar pas
op voor kauwgom en hondenpoep!
De geologische stad - steeds natuursteen
Jan Verhofstad en Jan van den Koppel
Nederlandse Geologische Vereniging (2006)
261 pagina's
Prijs 18,50 euro (2e druk)
ISBN-10: 90-806769-3-4
Annemieke VAN ROEKEL is freelance journalist
E-mail: avroekel@xs4all.nl
Website: www.vuurberg.nl
|