De Vuurberg
Home Milieu & Energie Gezondheid & Wetenschap Duurzaam Bouwen Photo Gallery
Geologie & Reizen Landbouw & Voeding Natuurbescherming Eilanden Geo-educatie



Sluier over blauwe planeet

Tekst: Annemieke van Roekel
© De Vuurberg 2008

In vrijwel alle uithoeken van de oceaan laat de mens zijn sporen na. Geen stukje ‘blauw’ op onze blauwe planeet is nog volledig onberoerd. Een team van Amerikaanse en Canadese wetenschappers heeft een wereldkaart gemaakt waarop de verstoring van mariene ecosystemen is aangegeven. Alleen de polen zijn vrijwel onaangetast. ‘We moeten onze oceanen veel beter beschermen,' zegt mariene bioloog Ben Halpern van het National Center for Ecological Analysis and Synthesis van de Universiteit van Santa Barbara in Californië.

© Halpern et al


Halpern maakt zich vooral zorgen omdat bijna de helft (41%) van de oceanen ‘gemiddeld tot sterk’ is verstoord door menselijke activiteiten. Het Amerikaans-Canadese team van biologen en geografen, waar Halpern deel van uitmaakt, heeft aangetoond dat vrijwel geen stukje van de oceanen onberoerd is gelaten door de mens. Dit is zichtbaar gemaakt op een wereldkaart, waarop de invloed van de mens op de oceanen tot in alle uithoeken en met een ‘resolutie’ van een vierkante kilometer is aangegeven. Uitsluitend in de poolgebieden en aan de noordoostelijke kust van Australië heeft de mens nog nauwelijks zijn sporen achtergelaten.

De meest aangetaste gebieden liggen in de Noordzee, de Noorse Zee, het oostelijke Caribische gebied, de oostkust van de Verenigde Staten, de Middellandse Zee, de Perzische Golf, de Bering Zee en langs de kusten van Zuid- en Oost-China en Sri Lanka. Het is niet zo vreemd dat vooral kustgebieden het zwaar te verduren hebben. Hier speelt zowel de milieubelasting die direct op de zeeën zelf wordt veroorzaakt, als de activiteiten op land die tot de nodige vervuiling en verstoring leiden.

IJs beschermt poolgebied

Vooral dankzij de slechte toegankelijkheid van de poolgebieden, komen deze gebieden er in de studie zo goed van af. De aanwezigheid van ijs en ijsschotsen maakt het gebied moeilijk begaanbaar voor de scheepvaart. De toekomst van de oceaan in de poolgebieden kan er als gevolg van klimaatverandering overigens heel anders gaan uitzien. Als de ijskappen smelten zal de beroepsvaart dit gebied zeker gaan gebruiken en wordt de Noordpool lucratief voor het boren naar olie en gas. Ook ziet de visserij wel brood in krill, kleine kreeftjes en ander zoöplankton dat door walvissen gegeten wordt en veel voorkomt in de Zuidelijke IJszee.

De onderzoekers beperken zich in hun ‘model’ van de oceanen tot menselijke activiteiten waarvan statistische gegevens op wereldschaal voorhanden zijn. Regionale milieuschade, of menselijke activiteiten waarvan alleen regionale gegevens beschikbaar zijn, zoals toerisme, aquacultuur en recreatievisserij, zijn buiten beschouwing gelaten. Halpern en zijn collega’s onderscheiden twintig verschillende typen mariene ecosystemen, zoals riffen, continentaal plat, mangrovebossen, koraalriffen, zeebodem, diepzee en zeegras. ‘Niet alle ecosystemen zijn even gevoelig zijn voor menselijke activiteiten,’ licht Halpern zijn onderzoeksaanpak toe. ‘Neerslag van sedimenten heeft bijvoorbeeld meer effect op koralen dan op zandplaten.’

De menselijke activiteiten, zoals scheepvaart en oliewinning, maar ook globale effecten als klimaatverandering en ultraviolette straling, zijn in de studie in zeventien clusters gegroepeerd. Door vervolgens de activiteiten te combineren met het betreffende ecosysteem en daarbij rekening te houden met de kwetsbaarheid van het ecosysteem, kregen de onderzoekers een goed beeld van de totale impact op de natuur. De mate van aantasting van de mariene ecosystemen is uitgedrukt op een schaal van één tot twintig, corresponderend met de kleuren op de wereldkaart.

Mariene reservaten


Wereldwijd heeft minder dan één procent van de oceanen een beschermde status, vooral de kustwateren en wateren rondom eilanden Een positieve ontwikkeling is dat steeds meer kwetsbare zeegebieden die status krijgen, zodat ecosystemen de kans krijgen zich weer te herstellen. Dat is volgens biologen goed mogelijk, mits het ecosysteem niet te zwaar belast is geweest. De voorbije decennia is het aantal mariene reservaten snel gegroeid. Halpern is van mening dat dit aantal snel verder moet toenemen, zoals in de Verenigde Staten al gebeurt. ‘Tijdens de regering Bush zijn bijvoorbeeld de noordwestelijke eilanden van Hawaï tot beschermd gebied verklaard. Dit deel van de archipel geldt als een van de meest pure kusten ter wereld. Ook in Californië, waar ik zelf werk, komen steeds meer beschermde gebieden.'

Wereldwijd zijn er inmiddels duizenden mariene reservaten, weliswaar meestal niet erg groot, maar het zijn er wel veel. Behalve Noord-Amerika en Europa zijn ook Australië, Zuid-Afrika en een aantal Zuid-Amerikaanse landen actief bezig om zeegebieden een beschermde status te geven. Halpern: 'Ook Aziatische landen zoals de Filippijnen en Indonesië, maar ook Thailand en Vietnam willen hun kwetsbare kustgebieden beschermen. Niet zozeer door de druk van toerisme, maar eerder door de aanwezigheid van internationale organisaties die zich er bezighouden met het behoud van biodiversiteit. De soortenrijkdom in die landen is nog enorm groot.’

Noordzee

De biodiversiteit in onze Noordzee is weliswaar niet zo groot als in tropische riffen, maar ook hier leven (koudwater-)koralen, veel soorten schelpdieren, vissen en zeezoogdieren als bruinvissen en dolfijnen. Onder druk van de Europese regelgeving moet Nederland beschermde gebieden op open zee gaan aanwijzen. ‘Die zijn er nu nog niet,’ weet Sytske van den Akker van Stichting De Noordzee. ‘Direct langs de Nederlandse kust zijn twee gebieden met de beschermde status: de “Voordelta” voor de kust van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en de “Noordzeekustzone”, die loopt vanaf het Noord-Hollandse Petten langs de Waddeneilanden tot aan de Duitse grens. Binnenkort zal er voor beide gebieden een beheerplan komen. Pas dan zijn de gebieden écht beschermd en moeten activiteiten aan strengere eisen voldoen.’

Europa loopt niet zo hard als het gaat om de belangen van de zee, vindt Van den Akker. ‘Als een land een bepaalde “habitat” herbergt is de Europese Commissie tevreden als ongeveer de helft hiervan wordt beschermd. Bij minder dan 20% komt de EU pas echt in actie.’ Typische habitats in het Nederlandse deel van de Noordzee zijn bijvoorbeeld zandbanken en riffen, zoals de Klaverbank tussen Nederland en Engeland. Zo’n Hollands rif bestaat uit grind, zand, slib en grote stenen. Op de Klaverbank groeit de dodemansduim, een lederkoraal die in koud water leeft. Van den Akker: ‘Dodemansduim groeit als een soort korst met vingervormige uitstulpingen, vandaar de naam’.

Stichting De Noordzee, het Wereld Natuur Fonds en vijf andere natuurorganisaties willen dat in Nederland tien zeegebieden de beschermde status krijgen in plaats van de vijf die de overheid heeft voorgesteld. ‘Dan pas worden alle belangrijke natuurwaarden in de Noordzee beschermd en kan een grensoverschrijdend natuurgebied op zee ontstaan.’ In de in Nederland beschermde gebieden kunnen nog heel veel economische activiteiten plaatsvinden, is de ervaring van Van den Akker. ‘Reservaten, die volledig zijn afgesloten voor menselijke activiteiten, bestaan hier niet en zullen er waarschijnlijk ook niet komen. Jammer, want nu weten we niet hoe natuurgebieden op zee zich zouden ontwikkelen zonder bloot te staan aan invloeden van de mens.’

Toppositie zwerfafval

In het onderzoek van Halpern en zijn collega’s komt de Noordzee er niet al te best van af. Vooral de noordelijke Noordzee rond Schotland en bij Noorwegen scoren slecht. Halpern verklaart dit desgevraagd door de daar aanwezige en olie- en gasindustrie. Jan Boon van het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op Texel is het niet eens met het relatief positieve beeld dat de Amerikanen schetsen van de zuidelijke Noordzee, dat ook de Nederlandse kust omvat. Boon: ‘Je kunt stellen dat dit deel van de Noordzee het meest belaste deel is. Het is de drukste scheepvaartroute van Europa en, samen met Straat Malacca tussen Thailand/Maleisië en Sumatra, ook ter wereld. Nederland staat aan kop als het gaat om het zwerfvuil dat via schepen hier in de zee terecht komt'.

Op de kustwachtkaarten is aan de hand van waargenomen olievlekken te zien waar de vaarroute voor onze kust ligt. Ook heeft de Noordzee als geheel te lijden onder overbevissing. Vooral de bijvangsten en omwoeling van de zeebodem zijn een probleem. Voor een kilo tong wordt op deze manier ongeveer zes kilo aan andere soorten organismen, zoals bodemdieren en andere commercieel niet interessante vissoorten, naar boven gehaald. De wijze waarop in de Noordzee wordt gevist, met boomkorkotters met zware wekkerkettingen die de bodem als het ware omploegen, eist zijn tol.

Sumwing

Boon ziet een verschuiving van langlevende soorten die zich traag reproduceren naar soorten die snel geslachtsrijp zijn. Een voorbeeld van zo’n langlevende en bedreigde soort is de Noordkromp, een in de bodem levend schelpdier dat maar liefst 400 jaar oud kan worden. Volgens Boon is er echter verandering op til, want met de alsmaar verder stijgende olieprijzen zijn de brandstofkosten voor de kotters erg hoog. Visserijvormen die minder energie kosten, zoals de elektrische visserij of een boven de zeebodem zwevend net (sumwing) worden nu getest. Ook de ‘staand want’ visserij is in opkomst, met stilstaande, hangende netten en fuiken, maar hiervan is het nadeel dat zeezoogdieren in deze netten verstrikt kunnen raken en verdrinken.

Overbevissing kun je als een echte bedreiging beschouwen, vindt Boon. ‘Klimaatverandering is van een andere orde, want daarbij gaat het vooral om verandering. Dat kun je erg vinden of niet. Persoonlijk vind ik het geen ramp als de zeebaars de plaats van kabeljauw inneemt omdat de Noordzee warmer wordt.’ Ook andere ‘nieuwe’ soorten zijn het afgelopen jaar in de fuiken van de NIOZ-onderzoekers terecht gekomen, zoals de pelser (waarvan wij de jonge exemplaren als sardientjes inblikken) en de goudbrasem, die in Spanje en Portugal als dorade op de menukaart staat. Beide soorten zijn afkomstig uit de Golf van Biskaje en de Atlantische Oceaan bij Spanje en Portugal.

'Een warmere Noordzee is het gevolg van meer westelijke zeewinden - dus minder koude oostenwinden - in de wintermaanden. In de winter is het oceaanoppervlak warmer dan het landoppervlak, waardoor de aangevoerde lucht over zee minder koud is dan continentale lucht die bij oostenwind wordt aangevoerd. Metingen in de Waddenzee laten zien dat het water bij Texel sinds 1980 gemiddeld met ongeveer één graad is opgewarmd, van gemiddeld tien naar elf graden Celsius.’

Verzuring

Niet alle ecosystemen zijn even gevoelig voor temperatuursverandering. Koralen en kelpwouden zijn hier bijvoorbeeld wel erg gevoelig voor. Effecten van een hogere temperatuur op ecosystemen zijn tot op heden vooral aangetoond in Noord-Amerika, Europa en Azië, maar dat betekent niet dat die veranderingen zich niet wereldwijd voordoen. Op die continenten is simpelweg meer onderzoek gedaan. Biologen van de Columbia Universiteit in New York hebben aangetoond dat Atlantische zalm eerder met hun trek begint, schelpdierpopulaties van samenstelling veranderen en het aandeel plankton in koudere en warmere delen van de noordelijke Atlantische oceaan verschuift.

Een ander effect dat zich op wereldschaal afspeelt is de verzuring van de oceanen. Met een toename van kooldioxide (CO2) in de atmosfeer, neemt ook het gehalte in de oceanen toe. Dat proces doet zich vooral aan het wateroppervlak voor. Het opgeloste CO2 zorgt ervoor dat het zeewater zuurder wordt. Je kunt niet zeggen dat verzuring er direct toe leidt dat dieren doodgaan, maar op het hele ecosysteem heeft het wel degelijk een effect, bijvoorbeeld doordat schelpdieren, koralen en algen minder kalk aanmaken.

Kalkskeletjes

In juni 2008 is een groot Europees onderzoeksprogramma van start gegaan dat de verzuring van de oceanen in kaart gaat brengen. Dit European Project on Ocean Acidification (EPOCA) kijkt niet alleen naar de moderne chemie van de oceanen, maar moet ook kennis opleveren over de chemische samenstelling van het zeewater in het geologisch verleden. Fossiele diepzeekoralen en kalkskeletjes van eencelligen, zoals foraminiferen, moeten uitwijzen hoe zuur de oceaan lang geleden is geweest. Ook willen de onderzoekers – afkomstig van circa 25 Europese onderzoeksinstituten waaronder het NIOZ – er achter komen hoe zeeorganismen en ecosystemen reageren op de huidige en toekomstige verzuring van het zeewater.

In de loop van de evolutie hebben zeedieren en -planten zich altijd weten aan te passen aan andere fysische omstandigheden zoals temperatuur, UV-straling, zoutgehalte en zuurgraad. Halpern: ‘Je ziet dat het leven in de zeeën minder kwetsbaar is dan op land. Oceaanstromingen transporteren eitjes of jonge dieren over lange afstanden, zodat ze een kans krijgen om zich ergens anders weer opnieuw te ontwikkelen. In oceanen sterven soorten minder snel uit dan op de continenten. Toch denk ik dat we geen keuze hebben en dat we ook mariene ecosystemen beter moeten gaan beschermen voordat het te laat is’.




© Annemieke van Roekel. Niets van deze website mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie, plaatsing van teksten en/of afbeeldingen op andere websites of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en de betreffende tijdschriftredacties.
Laatste wijziging: 27 maart 2009
[home] [top] [contact] [disclaimer]