Turen in een glazen bol
© De Vuurberg / Annemieke van Roekel
'Het is een zeer menselijke neiging om aan veranderingen die men in de eigen tijd meemaakt
een revolutionaire betekenis
toe te kennen,' aldus de tekst in het boek Toekomst in het groot van de Amsterdam
University Press.
Betekent dit dat de implicaties van de wisseling van George W. Bush door Barack Obama
worden overschat? Bush liet de
wereld in een puinhoop achter. Maar zonder Bush als president was die puinhoop misschien wel
net zo groot geweest.
De toekomst voorspellen is net zoiets als kijken in een glazen bol. Vroeger een praktijk
die voorbehouden was
aan magiërs of aan charlatans. Nu een activiteit van wetenschappers.
Statistiek is in de plaats gekomen van intuïtieve kennis. Ondanks de wetenschappelijke
onderbouwing komen
voorspellingen in 'slechts een derde van de gevallen uit'. De auteurs vinden dat maar een
magere prestatie. Jan
Publiek doet het niet veel slechter.
'Probleem is dat de mens geen goede toekomstvoorspeller is.' De wereld is te complex. En de
gevolgen van individuele
acties kunnen groot zijn. Denk maar aan de impact van terroristische acties die door een klein
groepje
worden voorbereid.
Toch houden veel sociale wetenschappers en economen zich veertig uur per week bezig met
het opstellen van
scenario's waarin toekomstige trends zich aftekenen. Dankzij moderne computers met een
gigantische rekencapaciteit, worden
micro- en macrotrends steeds gedetailleerder ingevuld. Alles staat of hangt met de
aannames die gedaan worden, net zoals in
bijvoorbeeld klimaatmodellen het geval is.
Er zijn scenario's over de toekomst van Europa, de ontwikkeling van de (beroeps-)bevolking,
zelfs liefdadigheidsgedrag
wordt in grafieken weergegeven. Bedrijven, zoals Shell, maken op basis van scenario's
strategische keuzen. De olieprijs is slechts één
factor waarop die beslissingen zijn gestoeld. Scenario's kunnen ook dienen om een gemeenschappelijk
doel te creëren, zoals in organisaties waar
mensen met elkaar moeten samenwerken.
Ongetwijfeld hebben toekomstvoorspellingen een sterk psychologisch effect. Het geeft
mensen grip op de toekomst. De toekomst zomaar op je
af laten komen, kan behoorlijk angstaanjagend zijn. De gedachte alleen al dat de wereld
over honderd jaar in handen
is van de kinderen van onze kinderen, die allemaal nog geboren moeten worden, is absurd.
Hoe is het eigenlijk mogelijk dat alle technologische
kennis goed wordt overgedragen?
Het is belangrijk te beseffen dat toekomstbeelden relatief zijn. Het boek geeft daarvan
een aantal aardige voorbeelden. Het computertijdperk zou tot een
papierloze samenleving leiden. Dat is alles behalve waar gebleken. We communiceren als
nooit tevoren en printen thuis allemaal de rapporten uit die als pdf worden rondgestuurd.
In 1939 voorspelde een Amerikaanse krant dat de televisie een fiasco zou worden omdat
het een passief tijdverdrijf zou zijn en snel zou gaan vervelen. Het gemiddeld kijkgedrag
van westerse burgers bewijst het tegendeel.
Ook zijn belangrijke ontwikkelingen over het hoofd gezien. Niemand heeft internet voorspeld.
Of de financiële crisis. Tekenen die erop wezen, werden onder de pet gehouden. Scenario's zijn
zelder 100% zuiver omdat ze belangen dienen. De input bepaalt de output. En de voorspelling
zelf kan de loop van de dingen op zijn beurt
weer beïnvloeden. Zelfs in de natuurwetenschap blijkt de methode de uitkomst mede te bepalen,
zo bewijst de kwantummechanica. Een onafhankelijke werkelijkheid bestaat niet. Bedrijven
scenarioschrijvers dan wel wetenschap, of turen ze net als vroeger in een glazen bol?
Toekomst in het groot
Lucas Reijnders e.a. (red.)
Amsterdam university Press, 2007
244 pagina's
ISBN 978 90 5356 016 7
Prijs: 29,50 euro.
|